De strijd tegen de Japanse duizendknoop

De Japanse duizendknoop is een grote plant met crème-witte en soms wit-roze bloemen. In 1886 is hij voor het eerst gezien in de Nederlandse natuur. Na 1950 breidt de plant zich steeds verder uit. Eenmaal gevestigd, kom je er niet snel meer van af. De Japanse duizendknoop is namelijk een zogenaamde invasieve exoot, een soort die oorspronkelijk niet in Nederland voorkwam en nu de inheemse planten verdringt.

Invasieve exoot

Reinders legt uit waarom dat een probleem is. “De Japanse duizendknoop groeit zo dicht als bamboe, waardoor andere planten geen kans krijgen. Zelfs braamstruiken verliezen de strijd, terwijl dat zelf woekerplanten zijn. Ook dieren hebben er weinig tot niets aan.” Overigens is de Japanse duizendknoop niet alleen schadelijk voor andere natuur. De wortels kunnen zelfs gebouwen, leidingen en wegen beschadigen.

Met de hand uitsteken

In het Holtingerveld groeit de Japanse duizendknoop aan de weg achter de es. Elke vier weken gaat Jan er met een werkploeg naartoe. “Er zijn verschillende manieren om de plant te bestrijden. Hier steken we nieuwe scheuten met de hand uit. Dat kan niet machinaal, omdat de plek slecht bereikbaar is.” De plant is zo hardnekkig, dat het vijf jaar duurt om haar te verwijderen. “Als je het uitsteken een keer vergeet, kun je opnieuw beginnen.”

Afstand tot de arbeidsmarkt

In de werkploeg die Jan begeleidt, zitten mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Natuurmonumenten werkt samen met een bedrijf dat deze mensen inhuurt. Normaal bestrijden zij bijvoorbeeld de Amerikaanse vogelkers of maaien ze het gras weg bij wildroosters. Ik heb hen uitgenodigd om ook exoten te bestrijden, zoals de Japanse duizendknoop. Samen kunnen we het Holtingerveld binnen 5 jaar van deze plaag bevrijden.”

Zelf bestrijden

Misschien dat sommige lezers zich nog afvragen wat ze het beste kunnen doen, als de plant in hun tuin verschijnt. Gelukkig weet Jan raad. “Verwijder de wortels zo goed mogelijk en steek ze iedere keer uit als de plant terugkomt. Gooi de wortels en plantresten vervolgens weg in de grijze afvalbak. Na 5 jaar volhouden ben je er dan van af.” Jan heeft ook tips voor wat je vooral níét moet doen. “Mors vooral geen plantresten in je tuin en gooi ze niet in de groene container of op de composthoop.” Voor zowel het Holtingerveld als de tuin geldt dus: blijf opletten en vergeet de bestrijding niet. Dan blijft de natuur zoals die was. Mooi en divers.