Aanvullend ecologisch onderzoek bij Havelterberg


In het Holtingerveld komt op de Grote Startbaan en op de Havelterberg een zeldzaam natuurtype voor: heischrale graslanden. Deze willen we graag uitbreiden. We gaan ze met elkaar verbinden en de bodem en waterhuishouding geschikt maken voor de ontwikkeling van heischrale plantensoorten.

We willen natuurlijk niet dat de maatregelen ten koste gaan van de planten en dieren die al in het gebied leven. Daarom hebben we Sweco ecologisch onderzoek laten uitvoeren. Met dit onderzoek brengen we in beeld of er beschermde soorten in het gebied leven en hoe we daar tijdens de werkzaamheden mee om moeten gaan. Dit onderzoek is vanuit de Omgevingswet bovendien verplicht bij de aanvraag van een omgevingsvergunning.

Data- en veldonderzoek

Het projectgebied bestaat uit twee delen. Het grootste deel van het projectgebied is vorig jaar al onderzocht. Afgelopen november is ook het ‘losse perceel’ achter het Vlinderparadijs bezocht voor het ecologisch onderzoek. Eerst doen we dataonderzoek: we zoeken uit wat er al bekend is over het gebied en welke planten en dieren er eerder zijn aangetroffen. Dan gaat een ecoloog het gebied in om te bekijken wat er zoal groeit en leeft, en of er beschermde soorten zijn. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar dieren. Het projectgebied is de afgelopen jaren als landbouwgebied gebruikt, waardoor de kans klein is dat we er zeldzame plantensoorten aantreffen. Om er zeker van te zijn dat er straks geen beschermde planten beschadigd worden, wordt het projectgebied voorafgaand aan de werkzaamheden nog eens gecontroleerd.

Vrij baan voor zaden

Voor een goede ontwikkeling van heischraal grasland is het belangrijk dat zaden vanuit andere gebieden in het projectgebied terecht kunnen komen. Op sommige plekken staan bomenrijen die zaden tegen kunnen houden. Daarom maken we openingen in deze houtopstanden. Zo kunnen zaden zich goed verspreiden tussen de Havelterberg, de Grote Startbaan en ons projectgebied.

Rekening houden met vleermuizen

Uit het ecologisch onderzoek blijkt dat er mogelijk vleermuizen in het gebied leven. Alle vleermuissoorten in Nederland zijn beschermd. Wanneer we houtopstanden weghalen, houden we rekening met de vliegroutes van vleermuizen. Zij oriënteren zich met behulp van ‘echolocatie’: ze stoten ultrasone geluiden uit die weerkaatsen op voorwerpen, bijvoorbeeld bomen. Bovendien onthouden ze hun routes. Als we te grote onderbrekingen in houtopstanden maken, raken ze in de war. Dat willen we voorkomen door de onderbrekingen niet te groot te maken. Vleermuizen zijn ook echte nachtdieren. Een andere ecologische maatregel is daarom dat we, als we in het donker moeten werken, we geen fel kunstlicht inzetten. Zo verstoren we de vleermuizen niet.

Oog voor nesten

Natuurlijk houden we ook rekening met broedvogels. We werken buiten het broedseizoen. Maar omdat niet alle vogels precies tegelijk broeden, checken we bomen en struiken ook nog op nesten. Als we er één vinden, stellen we de werkzaamheden uit totdat de jongen zijn uitgevlogen. Als dat niet lukt, dan voeren we de werkzaamheden zo uit dat het nest niet verstoord wordt.

Evenwicht zoeken en bomen herplanten

Een heischraal grasland is een open ruimte. We weten dat omwonenden graag houtsingels of enkele losse bommen en struiken in het gebied willen zien, mede omwille van de vogels. We zoeken naar evenwicht tussen voldoende ruimte voor de verspreiding van zaden én deze bewonerswens. Als zaden zich goed kunnen verspreiden, neemt het aantal planten toe. Dat leidt weer tot meer insecten en dus meer voedsel voor vogels. Waar we bomen weghalen, letten we op de ecologische waarde ervan. Dat betekent dat we proberen om vooral relatief jonge en uitheemse bomen en struiken te verwijderen. Bovendien planten we er nieuwe, inheemse bomen voor terug. Dit is ook wettelijk verplicht.