Nieuwe vispassage Koningsschut helpt natuur vooruit


In Ootmaanlanden is hard gewerkt aan herstel van vochtige/natte graslanden en bij Koningsschut aan moeras- en bosontwikkeling. Naast dit natuurherstel dienen de gebieden voor waterberging bij grote pieken in neerslag. Op beide plekken is daarvoor een inlaat gemaakt. Bij Koningsschut is bovendien een nieuwe watergang met een ‘vistrap’ aangelegd. Deze zorgt ervoor dat vissen de stuw ter plaatse kunnen passeren.

Vispassage Koningsschut

De nieuwe vispassage vormt een omleiding voor een gedeelte van de Oude Vaart. In deze nieuwe watergang zijn 24 ‘traptredes’ aangelegd om vissen te helpen de Oude Vaart verder op te zwemmen. “Het hoogteverschil tussen het begin- en eindpunt van de nieuwe watergang is 1,20 meter. De vaart loopt hier dus in noordelijke richting behoorlijk op. Daar kunnen de vissen niet tegenop. Met de tredes kunnen ze wél verder de vaart op zwemmen”, vertelt Juriaan Moonen, specialist ecologie en waterkwaliteit bij Waterschap Drent Overijsselse Delta.

De trap wordt gevormd door kunststof schotten in het water. Midden in het schot zit een opening die voor de vissen precies goed is. Met iedere trede overbrugt een vis zo’n zes centimeter hoogteverschil. Waarom is het zo belangrijk dat vissen stroomopwaarts kunnen zwemmen? Juriaan legt uit: “Veel soorten zoeken een ‘bovenstrooms gebied’ op om te paren. Daarnaast hebben bepaalde vissoorten een stromende leefomgeving nodig. Die creëren we met dit soort natuurlijke vispassages.” Het werk was eind 2024 klaar en Juriaan ziet nu al effect. “Ik heb al grote aantallen riviergrondels in de stroming zien liggen, echt honderden. Daarnaast heb ik baars, blankvoorn en rietvoorn gespot, en in het verbrede stuk zag ik een jonge snoek.”

Het plan voor de watergang is gecombineerd met natuurontwikkeling op het omringende grasland. “We hebben de bovenlaag verwijderd en er elzen aangeplant. Het gebied mag zich nu ontwikkelen tot rietmoeras en elzenbroekbos”, verklaart Ronald Popken, boswachter ecologie bij Natuurmonumenten. “Op het stukje dekzandrug is een aanzet gemaakt voor de ontwikkeling van een droog bos. Er kunnen zich nu ook spontaan bomen vestigen.”

En dat gebeurt ook, merkt Ronald. “Ik zie al jonge elzen, berken en wilgen. Al deze bomen zorgen straks ook voor schaduwrijke plekken in de beek, dat is fijn voor de vissen en het reguleert de waterplanten. Met afgevallen takken en boomwortels vormen zich weer nieuwe leefmilieus voor bijvoorbeeld libellen en kokerjuffers. En heel leuk: er zijn ijsvogels. Ik heb ze al gebruik zien maken van de schotten om te vissen. Ook reigers, de grauwe klauwier en verschillende riet- en bosvogels gaan profiteren van de nieuwe natuur. Het project is het resultaat van een goede samenwerking en we zien al binnen een half jaar resultaat! Ik vind het een mooi voorbeeld voor andere plekken, want kleine natuurgebiedjes als deze vormen stapstenen voor soorten als bijvoorbeeld de otter.”