Wandelexcursie Ootmaanlanden: een exclusief kijkje in het nieuwe landschap


In het prachtige gebied tussen Uffelte en Wittelte is hard gewerkt om de leefomgeving voor plant en dier te verbeteren én te zorgen voor een waterbergingsgebied. Omwonenden en andere geïnteresseerden gingen mee op een wandeling met uitleg over de veranderingen.

Het is een prachtige avond. Met zo’n 30 mensen trekken we het gebied in, onder de deskundige leiding van Ronald Popken en Sanne van Gemerden van Natuurmonumenten en Hans Roos van Prolander. We beginnen op de Ootmaandijk en slaan dan af over het nieuwe wandelpad door een stukje van Ootmaanlanden. In het weiland links van ons stappen drie nieuwsgierige koeien met ons mee. Rechts van het pad zien we een jonge rij bomen, aangeplant als onderdeel van de nieuwe inrichting. In het hoge gras kleurt de moerasrolklaver prachtig geel. Ronald wijst naar een slingerende gemaaide strook in het weiland: “Dat doen we bewust om door het jaar langer bloeiende planten te krijgen. De gemaaide bloemen maken nieuwe knoppen en bloeien weer eind van de zomer. Ook de koeien spelen daarin een rol door het gras te eten.” We stappen over een klein trapje. Vanwege de kwetsbare natuur is dit paadje alleen zonder hond toegankelijk.

Grote ratelaar en stijve ogentroost

We lopen verder over het fietspad langs het bos. Dan buigen we af, het deel in waar je normaal niet mag komen. Voor deze ene avond krijgen we een exclusief inkijkje in het hart van het gebied. Bij een vochtig gedeelte blijft Ronald even stilstaan. “In dit deel van het gebied hebben we geplagd”, vertelt hij. “Daarmee komen onderliggende zandlagen boven waar andere soorten op kunnen groeien. Daarna hebben we maaisel uit andere Drentse beekdalen ingebracht. Zo brengen we zaden terug van soorten die hier vroeger ook groeiden.” Hij wijst op plekken waar nu weer grote ratelaar en stijve ogentroost bloeien. “En kijk, daar zien we de eerste exemplaren weer van de kale jonker, een distelsoort. Sommige soorten, zoals de Spaanse ruiter, zijn heel zeldzaam. Maar hier proberen we ze weer een kans te geven.”

Slimme waterbuffer

Even later staan we bij de duiker onder de N371. Hans wijst naar de plek waar een betonnen buis onder de weg ligt. “Die hebben we hier onderdoor geperst, zonder dat we de weg hoefden open te breken. Het verkeer kon gewoon blijven rijden.” Via deze buis kan in de toekomst water het gebied instromen bij extreme regenval. “Dan wordt dit een soort badkuip. Binnen negen dagen moet het water ook weer weg zijn, anders heeft de vegetatie er last van.” Rondom het gebied liggen grondwallen die het water op z’n plek houden. “Het is echt ontworpen als een slimme waterbuffer”, zegt Hans.

Wonen in het gebied

Vanavond wandelen ook Thijs en Christien mee. Ze wonen aan de rand van Ootmaanlanden. “We zitten er met onze neus bovenop”, lacht Thijs. “Het was landbouw, en het is natuur geworden. Dat is eigenlijk alleen maar mooi.” Hij wijst naar het deel waar het gebied volledig opnieuw is ingericht. “Je ziet nu hoe alles zich herstelt. Nieuwe soorten komen terug. Heel bijzonder om dat zo van dichtbij mee te maken.” Halverwege de route herkennen Albert en Herman hun eigen bruggetje. “Daar rijden we elke dag overheen! Nu zien we het eens van de andere kant”, zegt Albert. De twee mannen kwamen een halfjaar voor de werkzaamheden in het gebied wonen en maakten de werkzaamheden van dichtbij mee. “Op een ochtend stonden we op en stond er ineens een bulldozer in de tuin, om zeven uur ’s ochtends!” zegt Herman. Toch kijken ze er met een glimlach op terug. “We hadden leuk contact met de bouwmensen. Ik heb zelfs een keer patat gehaald voor hen op vrijdagmiddag.” Hoe kijken ze naar het resultaat? “Het is echt hartstikke mooi geworden”, vindt Albert. “Nu kunnen we ervan genieten.”

Hoewel het de hele wandeling droog bleef, valt er aan het einde toch nog een klein regenbuitje. Met de afsluiting van de wandeling komt ook het project Ootmaanlanden ten einde. Prolander draagt het gebied nu over aan Natuurmonumenten, dat de verdere zorg voor het gebied op zich neemt.