Hooglanders, natuurbeheer en mountainbikeroutes


Sinds kort grazen er vier nieuwe volwassen runderen op De weg achter de Es, even ten noordoosten van het projectgebied. Twee Schotse Hooglanders en twee Galloways. “Het is de bedoeling dat ze jonge boompjes eten en zo het bos openhouden, voor de heide en alle soorten die daarbij horen”, vertelt boswachter Sanne van Gemerden van Natuurmonumenten. Tijdens een lange wandeling legt ze uit hoe de dieren van invloed zijn op de cultuurhistorie, het natuurbeleid en de mountainbikeroutes in het Holtingerveld.

Sinds de jaren ‘80 worden Schotse Hooglanders, en andere grotere grazers, in Nederland ingezet om bossen open te houden. “Het is een vorm van natuurbeheer waar in Nederland voor is gekozen”, vertelt Sanne: “Eigenlijk houden we een cultuurlandschap in stand. Dit is een oude manier van agrarisch landgebruik, waarbij de natuur zich vormt naar de mens.  Als je de natuur haar gang laat gaan en helemaal niets doet, wordt het Holtingerveld uiteindelijk één groot bos. Als we dat doen, verliezen we de heide en alle soorten die daarbij horen.”

Bomenkap voor heidegroei

Vroegere boeren lieten hun schapen grazen op de heide. Ze aten de ontkiemende boompjes en hielden zo de heide open. “Dit gebeurde ook op De weg achter de Es, maar omdat daar al jaren geen dieren meer grazen, groeide het gebied steeds meer dicht. Afgelopen winter hebben we daar iets aan gedaan”, vertelt Sanne. “We hebben bomen gekapt, zodat er meer licht op de grond valt en de heide de kans krijgt om te groeien. Hierdoor wordt het heidelandschap opener en worden de kleine stukjes heide met elkaar verbonden. Dit is ook fijn voor dieren die afhankelijk zijn van heide. Zij kunnen makkelijker naar andere gebieden trekken, waardoor er sterke en gezonde populaties ontstaan.”

Nieuwe mountainbikeroutes

De Schotse Hooglanders zijn één van de maatregelen in het gebied, waar naast het kappen van bomen, ook twee mountainbikeroutes zijn verlegd. “Laten we over de oude route lopen”, stelt Sanne voor. Het is een lastige wandeling. Overal liggen bomen op het pad en diepe plassen maken het moeilijk om een omweg te vinden. Hier komt duidelijk geen fietser meer langs. De routes zijn in samenwerking met de mountainbikevereniging verlegd om te zorgen dat de natuur de ruimte krijgt. “Het gebied waar de oude routes lagen, is heel kwetsbaar. Door hier niet meer te mountainbiken, worden er minder reptielen overreden en krijgt de natuur meer rust.”

Geduld met de natuur en de Hooglanders

Hoewel we het hele pad aflopen, zien we geen rund. Pas als we bij het Uffelter veld aankomen, loopt er in de verte een kudde Hooglanders. Het zijn niet de runderen die pas uitgezet zijn, maar een familie die al langer in het gebied woont. Een aantal volwassen dieren loopt met hun kalveren op een stuk grond tussen het Uffelter Veen en het Kolonieveen. Ook hier zijn bomen gekapt om te zorgen voor meer licht en heide. Het is een droevig gezicht, de uit de grond stekende overblijfselen van de bomen met een grijze lucht waaruit miezer begint te vallen. “Ik kan me voorstellen dat mensen het zonde vinden dat de bomen zijn gekapt”, zegt Sanne. “Ik ben boswachter. Kappen is niet mijn favoriete maatregel. Toch zal je zien dat het hier over een paar jaar prachtig is. Als we de natuur, en de Hooglanders de tijd geven.”

Cadeautje op de terugweg

We zijn op de terugweg als Sanne ineens naar links wijst. Daar, op een klein bospad staan drie Schotse Hooglanders. Twee volwassen vrouwen en één piepjong kalf, dat op wankele poten zijn eerste slokjes melk probeert te vinden. Zijn moeder likt de laatste geboorteresten van het lijfje en tante, buurvrouw, of vriendin houdt in de gaten dat er niemand te dichtbij komt. Hoewel het nog steeds niet de Schotse Hooglanders zijn waar we in eerste instantie naar op zoek waren, is het toch een mooi einde van de twee uur durende zoektocht naar de dieren. We kijken nog even hoe de moeder zich losmaakt van haar kalf en naar de overkant van het pad loopt, om al grazend tussen de bomen te verdwijnen. Het kalf wiebelend achter haar aan.